Analyse: aanhoudende groei in de 3D-print sector?

3D-printing blijft intrigeren, maar wat gebeurt er werkelijk in die nieuwe markt? Het regent cijfers die aangeven dat de markt groeit met 20 tot 30% per jaar; alle statistieken geven exponentieel oplopende cijfers weer. Je zou aannemen dat de realiteit de hype inhaalt en “traditionele” productie binnen enkele jaren volledig achterhaald is. Klopt dat wel? Of is het dan toch ‘Much ado about nothing’? Het blijkt een verhaal dat aan alle kanten aardig wat bijgeschaafd moet worden.

De feiten

Zoals steeds kan je met statistieken alles bewijzen. Voor -en tegenstanders maken gretig gebruik van de cijfers over Additive Manufacturing die voor handen zijn. De voorstander heeft alvast aardig wat munitie: zo blijft de wereldwijde omzet van goederen en diensten gerelateerd aan 3D-printing nog steeds spectaculair groeien, van ongeveer 1.700 mio. US$ in 2011, tot ca. 6.000 mio. in 2016 – een gemiddelde groei van bijna 30% per jaar.

Omzetevolutie wereldwijd

  • Omzet 3D-printmarkt (in mia. USD)

Combineer dat met de cijfers over het aantal verkochte (industriële) printers (printers van > US$ 5.000), in dezelfde periode: ruim verdubbeld in aantal van ongeveer 6.000 per jaar naar een goeie 13.000. Een cijfer dat bovendien in het niets valt in vergelijking met de evolutie van het aantal “niet-industriële” printers, waarvan er – alweer 2016 t.o.v. 2011 – 17 keer meer exemplaren over de toonbank gingen. Naar schatting worden er nu meer dan 425.000 stuks per jaar verkocht. Gartner geeft aan dat het wereldwijd verkocht aantal printers groeide met maar liefst 108 procent in 2016 (aan dit groeipercentage heeft iedereen ter wereld in 2030 een 3D-printer).

Dat het goed gaat met de sector, blijkt niet alleen uit een analyse van het verleden. Het gebeurt wellicht zelden, maar alle analisten zijn het ongeveer eens over de te verwachten groei van de sector van 3D-printing. Onderstaande grafiek gaat ervan uit dat we de komende 4 jaar nog een groei tot ongeveer 21 miljard US$ mogen verwachten – meer dan een verdrievoudiging. Die schattingen werden overigens ‘uit noodzaak’ naar boven bijgesteld.

Forecast 3D-printindustrie wereldwijd

  • Grootte 3D-printmarkt (in mia. USD)

Woord tegen woord?

Dat klinkt fantastisch, maar de tegenstander heeft een weerwoord klaar: de wereldwijde omzet van de hele Additive Manufacturing industrie vertegenwoordigt – ongeveer – 0,0051% van het Bruto Mondiaal Product (2014). Één twintigduizendste, om af te ronden. Of ca. 0.26 % van – bijvoorbeeld – de totale metaalverwerkende industrie. Een groeiende sector? Wellicht, maar die groei neemt beduidend af: aan dit dalend tempo groeit de sector niet meer tegen 2020 (zie grafiek). De voorstanders geven hier wellicht aan dat de daling in de laatste twee jaar te wijten is aan exceptionele omstandigheden, en dat een groei van meer dan 15% nog steeds fenomenaal is.

Samengestelde jaarlijkse groei AM wereldwijd

  • CAGR (in %)

Nog een gehanteerd argument is dat van de dalende opbrengsten: de omzet van de grootste Additive Manufacturing bedrijven mag dan wel beduidend groeien, hun nettowinst – als die er is – neemt af. Zegt dat iets over de houdbaarheid van de groei? Volgens Kris Binon, directeur van Flam3D vzw, niet echt:” dat er een correctie aan zit te komen, zou me niet verbazen. Maar dat heeft wellicht eerder te maken met beursevoluties dan met de reële waarde van de sector. Zoals bij elke hype is niemand echt gelukkig met ‘te veel champagne’ als je weet dat er een kater zit aan te komen. Maar dat staat los van de kwaliteit en verkoop van champagne.”

Beide zijden halen bovendien vergelijkingen uit de kast: vergelijkingen met de spectaculaire groei/neergang (schrappen wat niet past) van de pc-industrie, Internet of Things, Software, Smartphones of andere. Vaak blijft het appelen met peren vergelijken: nieuwe productietechnologieën zijn niet van alledag en hoewel software en systeemintegratie vitaal zijn bij 3D-printing, de technologie laat zich moeilijk vergelijken met – pakweg – de ontwikkeling van een app.

En dus…?

Waarom blijven we dan zo enthousiast over 3D-printing? Een deel van het antwoord is wellicht eerder emotioneel: Additive Manufacturing heeft ontegensprekelijk iets aantrekkelijk, het blijft verbazingwekkend om producten ‘uit het niets’ te zien groeien. Maar er zijn ook voldoende rationele redenen waaruit blijkt dat we de technologie absoluut niet mogen onderschatten.

 

De cijfers kunnen namelijk aangevuld worden met een aantal vaststellingen:

 

  1. De kwaliteit neemt toe, dus het potentieel ook.

Zonder twijfel een sterk en reëel argument. We zien toename in precisie van de machines en in (consistentie van de) kwaliteit van de afgewerkte stukken. Densiteit en kwaliteit van de metaal-geprinte stukken zijn nu bijvoorbeeld vergelijkbaar met andere productiemethodologieën. Ook neemt de kennis rond de nabehandeling en afwerking aanzienlijk toe, wat ook de inzetbaarheid van de stukken enorm doet toenemen.

 

  1. De prijs neemt af, dus het potentieel neemt toe.

De wereldwijde concurrentie zorgt ervoor dat de prijzen voor gelijkaardige machines en grondstoffen gestaag afneemt. Dat resulteert uiteraard ook in een afgenomen kost per geproduceerde eenheid. Wel kunnen we hier – bij wijze van kanttekening – opmerken dat de prijzen van de productieprinters niet noodzakelijk is afgenomen, maar in ruil daarvoor krijgt men nu snellere, accuratere machines met een grotere bedrijfszekerheid.

 

  1. De snelheid neemt toe, en dus het potentieel ook.

Snelheid is een relatief begrip bij Additive Manufacturing: ja, je kan het prototype een dag later op je bureau vinden. En ja, de matrijs laat ook geen 3 maand meer op zich wachten. Anderzijds: van zodra je de volgende 300.000 stuks uit de machine wil laten rollen, kan je misschien toch beter spuitgieten – of zo – overwegen. Additive Manufacturing heeft nooit de ambitie gehad die markt te bestormen, maar waar je vroeger enkel concurrentieel kon printen voor pakweg 1 of 5 stuks, zijn er nu heel wat toepassingen waarin je tot enkele duizenden stuks voor 3D-printing kan kiezen.

 

  1. Het komt wel goed met die certificering.

Lange tijd was het een pijnpunt, echt of gepercipieerd: het geprinte stuk is “waardeloos want toch niet inzetbaar”. Zelfs in de meest precaire omstandigheden houdt dat argument hoe langer hoe minder stand – we zien medische toepassingen en zelfs kritieke onderdelen aan boord van vliegtuigen die worden geprint. Nu zowat alle grote industriële bedrijven zich op de technologie storten, wordt het pad aan recordtempo geëffend.

 

  1. Cijfers zeggen niet alles.

Er zijn een massa cases waarbij onomstotelijk vaststaat dat additieve productie gewoon de beste, snelste en/of goedkoopste manier is om het stuk in kwestie te produceren. We weten dat het aantal cases alleen maar kan groeien. Dus los van alle statistieken, en zonder ons te willen vastpinnen op cijfers of percentages: verdere groei is onvermijdelijk.

 

Allemaal valabele redenen dus waarom we toch veel kunnen verwachten van 3D-printing, maar als de pessimisten één punt hebben, dan is het wel in verband met kennis. Hier zien we een kloof ontstaan tussen de “haves” en de “have-nots”: Grote bedrijven, OEM’s, grotere toeleveranciers: ze investeren ruim in de technologie en in Human Resources. De grote economieën pompen aardig wat centen in verder onderzoek en ontwikkeling. Dat maakt een verschil in concurrentiepositie, en je kan als onderneming maar beter mee zijn.

 

De uitdaging is hier met name om te leren kijken door een 3D-print-bril. Het vergt best wel wat ervaring om in te schatten waar dat concurrentieel voordeel kan zitten, welke stukken al dan niet in aanmerking komen om te worden her-ontwikkeld voor additieve productie. En we zien bij Flam3D – als associatie van 3D-print bedrijven en onderzoeksinstellingen – dat bedrijven en overheden die dat inzien, ruim investeren en daar ook de vruchten van beginnen plukken.

 

Samengevat: We hebben de oplossing, maar we vinden het probleem niet altijd – en als we het probleem niet zien, kunnen we er ook niet aan werken. Het is een beetje zoals een computer hebben: een waardeloze typmachine als je niet weet hoe er mee om te gaan. Het zal van die kennis afhangen of de verdere doorbraak er eerder dan wel later komt, en meer belangrijk nog, daarvan zal ook afhangen of ons productieapparaat mee kan met de concurrentie in het buitenland. We moeten dus inzetten op opleiding, op alle niveaus – van in de kleuterklas tot en met de mensen op de werkvloer en hun managers in productiebedrijven.

 

Niet toevallig hebben we bij Flam3D vzw een website ontwikkeld rond 3D-printing voor lagere en middelbare scholen (onderwijs.flam3d.be). We zijn ervan overtuigd dat het “denken in 3D” daar al moet beginnen om mee te zijn met deze technologische ontwikkeling. Verder organiseren we ook informatieavonden voor geïnteresseerden. Ook andere activiteiten staan op het programma die zich specifiek richten op het dichten van de kenniskloof rond Additive Manufacturing.

Conclusies?

Cijfers kunnen best interessant zijn, maar speculaties en voorspellingen worden nog altijd beter beheerst door het orakel van Delphi. Wat wel een constante is, is dat een groei van de sector mathematisch gezien onvermijdelijk is, en dat actief op zoek gaan naar opportuniteiten ook hier van belang is voor ondernemingen. Maar daarin is Additive Manufacturing niet anders dan enige andere technologie.